zondag 17 mei 2009

Aantal premies voor energiebesparende ingrepen in de lift

Tijd_Premies Er worden in Vlaanderen steeds meer premies uitbetaald aan mensen die energiebesparende ingrepen doen. Zo is het aantal premies van de netbeheerders voor ingrepen zoals het plaatsen van dakisolatie of superisolerende beglazing tussen 2007 en 2008 met 73 procent gestegen.

(belga) - Dat blijkt uit cijfers die Vlaams minister voor Leefmilieu Hilde Crevits zondag heeft bekendgemaakt naar aanleiding van de Vlaamse Renovatiedag.

In 2008 keerden de netbeheerders in totaal bijna 100.000 premies uit, een forse stijging tegenover de 57.000 premies in 2007. Vooral het plaatsen van superisolerende beglazing, met bijna 41.000 premies, en condensatieketels, met bijna 35.000 premies, blijkt populair. Ook voor dakisolatie keerden de netbeheerders bijna 20.000 premies uit.

Omdat het plaatsen van dakisolatie in de cijfers toch wat achterop hinkte, besliste minister Crevits een bijkomende Vlaamse premie voor dakisolatie in te voeren. Die nieuwe premie werd gelanceerd in januari 2009 en intussen werden er al 4.500 dossiers ingediend voor een totaalbudget van 1,9 miljoen euro of zo'n 420 euro per aanvraag. Door de combinatie van de premies, wordt het plaatsen van dakisolatie in de helft van de gevallen kosteloos, stelt minister Crevits.

Ook de Vlaamse premie voor niet-belastingbetalers is volgens de CD&V-minister een succes. Die premie werd ingevoerd om een fiscale scheeftrekking uit de wereld te helpen. Zo voorziet de federale overheid een fiscaal voordeel bij bepaalde energiebesparende investeringen. Maar gezinnen die geen of niet genoeg belastingen betalen, kunnen van die fiscale aftrek geen gebruik maken. Gezinnen met een klein inkomen maar met een groot potentieel voor energiebesparingen bleven dus in de kou staan.

Om die scheve situatie recht te zetten, werd vorig jaar een Vlaamse premie in het leven geroepen. Voor dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en condensatieketels kunnen "niet-belastingbetalers" een premie krijgen die vergelijkbaar is met het fiscaal voordeel op federaal vlak.

Op 9 maanden tijd zijn er meer dan 5.000 aanvragen ingediend. Het toegekende bedrag van de premie bedraagt gemiddeld meer dan 1.600 euro. Minister Crevits benadrukt daarbij dat drie kwart van de aanvragers ouder zijn dan 60 jaar.

"Met een door en door sociale maatregel gaan nu eindelijk ook mensen met een laag inkomen, kansarme beschermde klanten, bejaarden hun huis isoleren, die dit anders niet zouden gedaan hebben. Tegelijk ook een door en door ecologische maatregel, goed voor een jaarlijkse besparing van 37 miljoen kilowattuur, of 24.000 ton CO2", aldus nog minister Crevits.


Bron: De Tijd
Link: http://www.tijd.be/nieuws/binnenland/Aantal_premies_voor_energiebesparende_ingrepen_in_de_lift.8184835-438.art

woensdag 13 mei 2009

Wereldwijde energiecrisis is nabij

Steeds meer wetenschappers komen tot de conclusie dat de steenkoolreserves zwaar overschat zijn, ook door het VN-klimaatpanel. Als er niet dringend een alternatief komt, belanden we volgens hen in een wereldwijde energiecrisis.


Meestal gaat men ervan uit dat de Verenigde Staten, China en Australië nog voor honderden jaren steenkoolreserves hebben. Er zou veel nog veel meer steenkool dan olie onder de grond zitten.

Dalende lijn
Nieuwe berekeningen trekken dat sterk in twijfel, meldt televisiezender Discovery. David Rutledge van het California Institute of Technology bestudeerde de evolutie van de steenkoolproductie in vijf belangrijke gebieden: Pennsylvania in de VS, Frankrijk, het Duitse Ruhrgebied, Groot-Brittannië en Japan.

Hij zag in de vijf regio’s een gelijkaardige klokcurve: eerst een steile groei, dan een piek, en ten slotte een constant dalende lijn. Het onderzoek toont aan de nationale regeringen hun reserves voortdurend zwaar overschat hebben en dat de werkelijke reserves gemiddeld slechts een kwart bedragen van wat altijd geponeerd is.

Plafond
Door die trend te extrapoleren komt Rutledge aan een wereldwijde steenkoolreserve van 666 miljard ton. Dat is veel minder de 3400 miljard ton die het VN-klimaatpanel naar voren schuift. Als dat klopt, kan de wereldwijde steenkoolproductie al tegen 2025 aan zijn plafond zitten.

Steeds meer wetenschappers volgen die stelling. James Murray van de Universiteit van Washington wil deze maand een oproep lanceren om de schattingen van het VN-klimaatpanel te herbekijken. Hij gaat dat doen op de algemene vergadering van de Amerikaanse Geofysische Unie.

Rutledge’s nieuwe schatting betekent ook dat de CO2-uitstoot minder zal stijgen. De stijging zal nog altijd groot genoeg voor een gevaarlijke klimaatwijziging, zeggen Rutledge en Murray. Maar daar komt nu de dreiging van energieschaarste bij, zeggen ze.

RP (IPS)

Bron: Het Belang van Limburg

donderdag 7 mei 2009

Schimmel uit regenwoud kan beste biobrandstof worden

schimmel-uit-regenwoud-kan-beste-biobrandstof-worden_9_165x165 In het regenwoud van Patagonië, in het zuiden van Latijns-Amerika, hebben wetenschappers een unieke schimmel ontdekt die de belangrijkste ingrediënten van diesel produceert. De schimmel kan mogelijk een heel nieuwe vorm van groene energie worden.

“Dit is het eerste organisme dat zo’n belangrijke combinatie van brandstofingrediënten blijkt te produceren”, zegt Professor Gary Strobel van de Universiteit van Montana in een persbericht. “De schimmel kan die stoffen zelfs produceren uit cellulose, een betere bron van biobrandstof dan eender wat we toch vandaag gebruiken.”

De schimmel kreeg de naam Gliocladium roseum en produceert een aantal verschillende molecules die de bouwstenen van diesel vormen. De onderzoekers noemen de nieuwe vorm van diesel “mycodiesel”.

“De schimmel leeft in de Ulmoboom in het regenwoud van Patagonië”, legt Strobel uit. “We waren er op zoek naar nieuwe schimmels en waren erg verrast toen we de gasproductie van deze nieuwe soort onderzochten. Uit ons onderzoek bleek dat de schimmel een hele reeks brandbare stoffen produceerde. Toen we hem in het laboratorium lieten groeien, produceerde hij stoffen die zelfs nog beter leken op de diesel die we gebruiken in onze auto’s.”

Potentiële revolutie

De ontdekking kan belangrijke gevolgen hebben voor de productie van biobrandstoffen. De schimmel vervangt immers een moeilijke en controversiële stap in de conventionele productie van biobrandstoffen. Daarbij moet de cellulose eerst omgevormd worden tot suikers en dat kost veel hitte of chemicaliën. Genetici werken al jaren aan manieren om microben zover te krijgen, maar tot nog toe zonder veel succes. Bij de traditionele productie gaat daardoor ook een groot deel van de plant verloren en worden enkel suikerrijke onderdelen gebruikt.

“G. roseum slaagt erin om mycodiesel rechtstreeks te maken uit cellulose, het belangrijkste ingrediënt van planten en papier”, legt Strobel uit. “Daardoor kunnen we een hele stap uit het productieproces overslaan.” Bovendien kan ook heel wat plantenmaterie gebruikt worden die voor mens en dier niet verteerbaar is. Strobel droomt ervan een groot deel van de afval uit landbouwareaal, dat jaarlijks meer dan 430 miljoen ton bedraagt, voor de productie van mycodiesel te kunnen gebruiken

Biobrandstoffen gebruiken enorme hoeveelheid water

biobrandstoffen-gebruiken-enorme-hoeveelheid-water_5_460x0 Biobrandstoffen kregen al steeds meer kritiek omdat ze concurrentie vormen voor voedingsgewassen en leiden tot massale houtkap. Uit nieuw onderzoek blijkt dat ze ook nog eens enorm veel water verbruiken.

Volgens de studie in het tijdschrift Environmental Science & Technology wordt de waterconsumptie van biobrandstoffen sterk onderschat. De auteurs komen tot de conclusie dat een voertuig op basis van maïs-ethanol goed is voor een waterconsumptie van maar liefst 118 liter per kilometer.

De wetenschappers hielden bij hun onderzoek rekening met het waterverbruik tijdens de landbouw- en productiefase, maar ook met de gevolgen voor watertekorten en vervuiling door meststoffen, pesticiden en sedimenten.

Het onderzoek komt er te midden van groeiende controverse over biobrandstoffen. Die werden ooit voorgesteld als het milieuvriendelijke alternatief voor fossiele brandstoffen, maar de kritiek nam snel toe. Zo vormen gewassen voor de productie van biobrandstoffen concurrentie voor voedingsgewassen, waardoor de voedselcrisis aangewakkerd wordt. In verschillende delen van de wereld worden bovendien wouden gekapt en platgebrand om landbouwareaal vrij te maken voor plantages voor biobrandstoffen.

dinsdag 5 mei 2009

Elektrische auto's zijn niet groen maar grijs

elektrische-auto-s-zijn-niet-groen-maar-grijs_5_460x0 Elektrische auto's zijn niet zo groen als ze ons verkocht worden. Zonder opwekking van duurzame stroom, zal de massale overschakeling naar elektrische auto's in de eerste plaats de nood aan nieuwe maar vervuilende kolencentrale vergroten.

Het probleem is dat al die elektrische auto's 's morgens en ook 's avonds aan het net zullen gehangen worden. Die hogere ochtend- en avondpieken in het stroomverbruik moeten opgevangen worden met extra kolencentrales. De schade voor het milieu zou per elektrische auto uiteindelijk groter zijn dan per auto die op benzine.

Dat blijkt uit een studie van de Duitse tak van het Wereld Natuur Fonds samen met Izes, een Duits instituut voor toekomstige energiesystemen. De massale inzet van elektrische auto's zal de totale uitstoot van CO2 slechts marginaal verlagen. Duitsland wil dat er tegen 2020 een miljoen elektrische auto's of plug-inhybrides op de Duitse wegen rondrijden.

Als de elektriciteitssector erin slaagt een 'slimmer' netwerk te bouwen dat de piekvraag zonder piekproductie aankan, zijn elektrische auto's misschien wel een (deel van de) oplossing. Ook moet er meer duurzame stroom opgeslagen kunnen worden dan nu het geval is.

Bron Het Bland van Likmburg